Van een onrustige situatie een rustige situatie maken, dit was de uitdaging van onze collega’s. Een tijdje geleden kwam in één van onze locaties een meneer wonen, die eerst gerevalideerd had in ons revalidatiecentrum wegens een CVA. Meneer was aangemeld als een man die heel erg passief was, zittend in een rolstoel, de hele dag televisiekijkt en een afasie heeft, waardoor hij zich niet meer goed kan uiten.
Meneer kwam wonen in de locatie toen de kwaliteitsverpleegkundige met vakantie was, ze hadden elkaar nog niet ontmoet. Op de eerste werkdag zag ze ineens een meneer lopen. Was dit onze nieuwe bewoner? Hij kon toch niet meer lopen? Het bleek toch deze man te zijn. Meneer wilde graag alles op zijn eigen tempo doen en niet met vaste tijdschema’s werken. Daarnaast is hij iemand die zich niet laat vertellen wanneer hij uit bed moet komen of wat hij moet doen. Hij probeerde het liever zelf.
Meneer is samen met de fysiotherapeut gaan oefenen met lopen en dit beviel meneer erg goed, waardoor hij de afgelopen maanden begonnen is met kilometers maken. Hij werd op straat ook wel eens aangesproken, maar kon zich, door zijn CVA, niet goed uiten. Hij kon bijvoorbeeld niet vertellen hoe hij heet en waar hij woont. Bezorgde dorpsgenoten belden al meerdere malen de politie die hem terug kwamen brengen. Omdat de politie moeite had om uit te zoeken wie meneer was en waar hij woonde, werd hij ook een keer naar zijn vrouw gebracht, een paar dorpen verderop.
Meneer maakte zich erg zorgen om zijn vrouw die door haar aandoening niet vaak op bezoek kon komen. Om bij zijn vrouw te zijn werden zijn wandelingen steeds langer en zonder dat de medewerkers van de locatie het wisten begon meneer te liften naar de woonplaats van zijn vrouw. Doordat hij later werd opgehaald bij zijn vrouw, werd er ook door collega’s gezien hoe meneer met zijn vrouw communiceerde en dat hij een stuk minder passief was wanneer ze samen waren. Er moest iets gebeuren. In plaats van liften kon meneer elke week op een vaste dag op bezoek bij zijn vrouw doormiddel van de belbus.
Het gaat nu erg goed met meneer, doordat hij nu de rust in zijn hoofd heeft wetende dat hij zijn vrouw iedere week ziet. De rust in zijn hoofd is ook terug te zien in zijn spraak, waar hij erg in vooruit is gegaan. De wandelingen van meneer zijn ook korter geworden, hij hoeft nergens meer heen door de rust die de nieuwe structuur in zijn leven heeft gebracht.
Dat meneer nu weer wat meer rust gevonden heeft, is te danken aan veel verschillende collega’s. De EVV’er, de regisseur welzijn die nagedacht heeft over het vervoer, de vrijwilliger die de belbus rijdt, de teamleider en de kwaliteitsverpleegkundige die contact hebben gezocht met meneer zijn vrouw, de logopediste die meneer weer helpt met zijn spraak, de ergo-en fysiotherapeut die meneer helpen met zijn balans en een psycholoog die gespecialiseerd is in mensen die een CVA hebben gehad en daardoor deze meneer psychisch kan begeleiden bij alles wat hij heeft moeten inleveren.
Ook zijn vrouw is rustiger geworden doordat zij nu weet dat meneer niet ergens loopt te dwalen op straat. Alleen maar blije mensen dus. Iets mooiers bestaat haast niet, dat iemand zijn rust teruggeven kan worden.